Principe
gewapende grond
De stabiliteit van een grondmassief is afhankelijk van de cohesie en hoek van inwendige wrijving van de grondsoort waarmee het massief is opgebouwd.
Afhankelijk van deze kenmerken kan grond in een helling aangebracht worden waarbij geen afschuiving optreedt (‘natuurlijk talud’). Bij zand is de maximale helling circa 1:1 oftewel 45º. In andere woorden: Wanneer een grondmassief wordt belast ontstaan er verticale (‘drukspanningen’) en horizontale krachten (‘schuifspanningen’). Grond kan veelal grote drukspanningen opnemen mits het massief de bijbehorende schuifspanningen kan opnemen.
Door het grondmassief in lagen aan te brengen en tussen deze lagen grondwapening aan te brengen kan het grondmassief aanzienlijk grotere schuifspanningen opnemen doordat wrijving wordt gemobiliseerd tussen de wapening en het aanvulmateriaal en de wapening op trek wordt belast. Hierdoor treedt een extra interne steundruk op en wordt afschuiving en vervorming van het massief beperkt. Op deze manier is het mogelijk een grondmassief zwaarder te belasten en kerende constructies te realiseren met een steilere hellingshoek dan een natuurlijk talud, waarbij zelfs verticale wanden tot de mogelijkheden behoren.
Gewapende grond is dus een constructie die bestaat uit de volgende onderdelen: het aanvulmateriaal, de grondwapening en eventueel een bekleding (‘facing’). Kunststof of stalen strippen en geokunststoffen zijn veel toegepaste soorten grondwapening, afhankelijk van het te realiseren systeem. Als bekleding zijn vele varianten mogelijk, waaronder beplanting, hout, schanskorven en prefab betonpanelen.
Een gewapende grondconstructie kan een gunstig alternatief zijn ten opzichte van andere, reguliere systemen, zowel op zettingsgevoelige locaties als in gebieden met een betere grondslag waar weinig zettingen optreden.